Beste wespenvrienden,
Welkom bij de nieuwe Wespenkrant! Deze gratis nieuwsbrief informeert u over de belangrijkste ontwikkelingen op het vlak van sociale wespen en over de activiteiten van de Wespenstichting.
Het is mei en de lente is al in volle gang. We staan hiermee aan het begin van het wespenseizoen 2023. Alle wespenkoninginnen zijn inmiddels uit hun winterslaap ontwaakt en op zoek gegaan naar een geschikte plek voor het bouwen van een embryonestje waaruit de komende weken hopelijk een mooi wespenvolk voortkomt.
Ook voor ons is de drukte weer begonnen! Zo zijn we momenteel samen met andere natuurorganisaties bezig met de voorbereidingen van “Het Jaar van de Wesp (2024)”. En de eerste wespenlezingen en kraampjes op braderieën en Bijenmarkten zijn al ingepland. Ook zijn er al diverse interviews gegeven en is er een afspraak gemaakt voor opnames van een item over wespen in een bekend TV-programma.
Maar het meest druk zijn we met het beantwoorden van vragen over embryonestjes die mensen hebben ontdekt in de omgeving van hun huis. Wat moeten ze daarmee en wat is het diervriendelijke alternatief voor verdelging? Die vraag gaan we in deze Wespenkrant proberen te beantwoorden. Verder nog een stuk over onze standpunten met betrekking tot de Aziatische hoornaar en nieuws over het eerste diervriendelijke plaagdierbeheersbedrijf in Nederland: “Ecowesp”!
1. Help ik heb een embryonest! Wat nu?
De meest kwetsbare periode van een wespenvolk is de eerste maand van haar bestaan. In die maand is de koningin de enige volwassen bewoner van het nest. Zij moet dan dus alle taken in haar eentje doen. Dat houdt in dat ze zelf het nest moet bouwen, het broed moet verzorgen, het eten moet halen (met name nectar en vliegen) en het nest moet verdedigen tegen parasieten, concurrenten en andere indringers. Dit is een enorme opgave die vol gevaren is. Alleen de meest sterke koninginnen kunnen dit tot een goed einde brengen en het merendeel van deze zogenaamde embryonesten sterft dan ook voortijdig af.
We ontvangen ieder voorjaar veel meldingen van verontruste mensen die zo’n bouwseltje hebben ontdekt in hun huis, schuur of afdakje. De vraag is altijd: “Wat kunnen we het beste doen?”. De meesten zijn namelijk bang dat dat schattige bolletje ter grootte van een pingpong bal uiteindelijk zal uitgroeien tot een enorm wespennest waardoor men de hele zomer geen gebruik kan maken van de ruimte waar het nest zit. Actie is dus gewenst. Maar hoe pak je zoiets diervriendelijk aan?
Voor een beschaafde aanpak ben je bij de reguliere bestrijders per definitie aan het verkeerde adres want die bestrijden het potentiële probleem door botweg de wespen zelf te bestrijden. Die primitieve twintigste-eeuwse aanpak en de bijbehorende filosofie waarin gif een centrale rol speelt, heeft wat ons betreft zijn langste tijd gehad.
Op basis van kennis over de eigenschappen en de levenswijze van wespen ontwikkelt de Wespenstichting voor alle typen wespenproblemen een natuur- en diervriendelijke oplossing. In het geval van embryonesten die op lastige plekken zitten, luidt onze aanpak kort gezegd als volgt.
Allereerst moet duidelijk worden of het nest nog bewoond is. Als het nest verlaten is, hoeft er immers ook geen actie te worden ondernomen. Daarom vragen we altijd eerst of men af en toe een wesp bij het nest ziet. Indien dit niet het geval is, vragen we om een foto te maken en na een week te kijken of het nest groter is geworden. Als dit niet zo is, kan je concluderen dat het nest verlaten is en dat er niks aan gedaan hoeft te worden.
Als het nest wel bewoond is, gaan we proberen vast te stellen om welke wespensoort het gaat. Aan de hand van een foto is dit vaak met vrij grote zekerheid vast te stellen. Nesten zonder omhulsel zijn altijd gemaakt door veldwespen. Nesten met een geel/bruin gesloten omhulsel zijn gemaakt door de gewone wesp of de Aziatische hoornaar. Is het omhulsel echter grijs dan is het meestal gemaakt door de Duitse wesp, de middelste wesp of de Saksische wesp. De laatstgenoemde heeft bij de nestingang vaak een kleine uitstulping terwijl nesten van de middelste wesp altijd buiten hangen en meestal een uitgang hebben die merkwaardig verlengd is met een soort tunneltje (vestibule).
Nesten met omhulsels die half open zijn aan de onderkant en geel/bruin gekleurd zijn, zijn gemaakt door de Europese hoornaar.
Een geoefend oog kan op basis van dit soort kenmerken aangevuld met informatie over de locatie van het nest, vrij snel de soort vaststellen.
Als de soort eenmaal bekend is, kan worden bepaald welke actie er moet worden ondernomen. Soms is het niet eens nodig om iets te doen. Een nestje van een Franse veldwesp onder een afdakje waar zelden iemand hoeft te zijn, kan men meestal zonder problemen laten hangen. De Franse veldwesp maakt namelijk kleine nesten met weinig individuen. Bovendien zijn ze bijzonder zachtaardig en komen ze ook niet op zoetigheid en dergelijke af.
Ook nesten van langkopwespen (Dolichovespula) zoals de Saksische wesp en de middelste wesp zijn relatief klein en geven in de praktijk weinig problemen, tenzij regelmatige verstoring onvermijdelijk is doordat ze aan een drukke looproute zitten bijvoorbeeld. Bij nesten van kortkopwespen (Vespula) i.e. de gewone wesp en de Duitse wesp en die van de Europese hoornaar moet men echter extra goed opletten want die geven in de praktijk de meeste problemen.
Indien het te voorzien is dat een embryonest in de toekomst inderdaad problematisch wordt, adviseren we om het eerst minimaal een maand te laten hangen. Zoals eerder gezegd overleeft het merendeel van deze prille nestjes de eerste paar weken sowieso niet. Dus misschien is het niet eens nodig om er iets aan te doen en verdwijnt het ‘probleem’ uit zichzelf.
Belangrijk om te weten is dat embryonesten van alle wespensoorten geen gevaar opleveren voor de omgeving. Kleine wespennestjes bestaande uit een koningin en eventueel een handvol werksters zijn namelijk heel kwetsbaar. Ze stellen zich daarom bescheiden op en gaan elke confrontatie uit de weg. Dat betekent dus dat er voldoende tijd is om te wachten totdat het groot genoeg is om te verplaatsen.
Indien het nest na een maand nog steeds actief is, zullen de eerste werksters al geboren zijn en pas als de koningin vlak daarna niet meer uitvliegt om te foerageren, komt het nest in aanmerking om levend verplaatst te worden. Doet men dat eerder dan is de kans op mislukking groot.
NB: Nesten van de Aziatische hoornaar mogen niet worden verplaatst maar moeten helaas vernietigd worden omdat dit een invasieve exoot is die een bedreiging vormt voor onze inheemse wespen- en bijenpopulatie en andere insecten.
De verplaatsing van een klein wespennest is niet moeilijk maar moet wel veilig en correct worden uitgevoerd omdat de kans dat het mislukt anders groot is. Er zijn verschillende methoden die gebruikt kunnen worden. Een ervan komt er kort gezegd op neer dat het nestje eerst wordt losgemaakt van het aanhechtingspunt en in een half open hulpkastje wordt gemonteerd. Dit wordt daarna zo voorzichtig mogelijk teruggezet op de oorspronkelijke plek van het nest. De wespen zullen zich na de eerste consternatie heroriënteren op de nieuwe situatie, de schade herstellen en hun dagelijkse werkzaamheden voortzetten. Na enkele uren of dagen kan men in het donker, als alle bewoners in het nest zitten, het kastje voorzichtig afsluiten en vervoeren naar een geschikte nieuwe locatie die minstens een paar kilometer verderop moet zijn. Daar kan het kastje de volgende ochtend voorzichtig geopend worden zodat de wespen hun bezigheden kunnen hervatten in de nieuwe omgeving.
De ervaring leert: hoe groter het nest, hoe groter de overlevingskans van het volk.
Let op: wespen kunnen steken! Ga niet zelf stunten met wespenkolonies maar laat dit altijd aan deskundigen over. De Wespenstichting geeft cursussen aan mensen die wespenconsulent willen worden. Deze mensen beschikken over de juiste kennis om de verplaatsing van een wespennest op een kundige wijze uit te voeren. Informeer bij de Wespenstichting om in contact te komen met de dichtstbijzijnde wespenconsulent of bedrijf dat zich hierin heeft gespecialiseerd.
2. Wat te vinden van de Aziatische hoornaar?
De Aziatische hoornaar is de laatste tijd opvallend vaak in het nieuws en dat zal het hele jaar wel zo blijven. De toenemende aandacht voor deze nieuwkomer is natuurlijk een goede zaak maar we merken ook dat daardoor allerlei ongefundeerde beweringen en onjuistheden gecirculeerd worden. Wij zijn daar niet blij mee omdat we denken dat het belangrijk is om de mogelijke problemen met deze nieuwkomer op een realistische en een evidence-based wijze aan te pakken.
Daarom hier onze standpunten over de Aziatische hoornaar in het kort:
De Wespenstichting komt op voor de belangen van de inheemse sociale wespensoorten. De Aziatische hoornaar is een invasieve exoot en hoort daar dus niet bij. Wij delen de zorg van andere natuurorganisaties en overheden over de mogelijke negatieve impact van deze wespensoort op het insectenbestand. Daarom zijn wij niet tegen de bestrijding van de Aziatische hoornaar mits dat op een humane, natuurvriendelijke en effectieve wijze gebeurt en zolang men ook steeds de nadelen van de bestrijding afweegt tegen de voordelen.
Dat betekent bijvoorbeeld dat wij het gebruik van gif afkeuren omdat dit nou eenmaal schadelijk is voor het milieu. Ook zijn we kritisch op het grootschalig vangen van koninginnen in de winter en in de lente omdat het effect ervan niet bewezen is terwijl de nadelen wel duidelijk zijn (kosten en bijvangst en verstoring van andere insecten).
Wij vinden het een slecht idee om burgers op te roepen om de Aziatische hoornaar te helpen zoeken en te vangen. Dit heeft namelijk als nadeel dat het leidt tot het doden van onschuldige insecten, meer wespenhaat en angstaanjagende krantenkoppen en beweringen in de media. Men kan zich beter richten op de betrokkenheid van imkers en andere mensen die voldoende inzicht hebben in het verschil tussen het ene en het andere insect. De gemiddelde Nederlander heeft daar nou eenmaal onvoldoende oog voor. Ondanks de vaak duidelijke instructies wordt de oproep om alert te zijn voor de zogenaamde “monsterwesp” (wat een bespottelijke term) door velen vertaald als een vrijbrief om alles wat geel is en beweegt plat te slaan.
Overheden moeten realistisch en eerlijk zijn. Men moet geen energie en geld besteden aan fanatieke pogingen om de Aziatische hoornaar uit te roeien want dat is onhaalbaar. En dat moet men hardop durven te zeggen. Wel moet men investeren in methoden om de nesten op te sporen en op een natuurvriendelijke manier onschadelijk te maken zodat in elk geval met de nesten die voor overlast zorgen snel afgerekend kan worden.
In plaats van een heksenjacht te ontketenen moeten we ons voorbereiden op de onvermijdelijke toekomst waarin de Aziatische hoornaar in ons land zal zijn ingeburgerd. We moeten dus vooral investeren in onderzoek naar de impact van de Aziatische hoornaar in ons klimaatgebied, de natuurlijke vijanden van de Aziatische hoornaar en slimme beschermingsmaatregelen voor honingbijen in bijenkasten.
En in plaats van boos te zijn op de Aziatische hoornaar zouden we de impact van haar aanwezigheid natuurlijk kunnen verminderen door de hoofdoorzaken van de huidige insectensterfte aan te pakken.
3. Diervriendelijk “Ecowesp” kan van start gaan!
Goed nieuws! Na het volgen van een opleiding bij het KAD Wageningen heeft Sjoert deze maand het certificaat “Bestrijdingstechnicus” (ook wel “Plaagdierbeheerser”) behaald.
Niet schrikken! Hij is geen gif-fetisjist geworden. Integendeel! We zullen nooit gif gebruiken. Ons standpunt is en blijft dat het gifgebruik tegen wespen dankzij het bestaan van milieu- en diervriendelijke methoden tot een minimum beperkt kan en moet worden.
De voornaamste redenen voor het volgen van deze opleiding waren:
Dankzij deelname aan de opleiding kregen we beter inzicht in de standpunten van de opleiding, de docenten en de andere cursisten met betrekking tot gifgebruik.
Gelukkig bleek dat de docenten hun best doen om de cursisten in te peperen dat het gebruik van gif in principe niet wenselijk is en slechts als allerlaatste redmiddel moet worden ingezet en ook altijd in combinatie met andere maatregelen zoals wering en preventie. Bij de bestrijding van knaagdieren (muizen en ratten) is dit inmiddels wettelijk vastgelegd.
Dankzij deelname aan de opleiding kregen we beter inzicht in het kennisniveau van docenten en cursisten met betrekking tot wespen. Alle docenten zijn op een of andere manier werkzaam in het vakgebied waardoor ze goed op de hoogte zijn van de praktijk. De specifieke kennis met betrekking tot wespen en wespenproblemen was echter minder gedetailleerd maar nog wel voldoende om ons voor te bereiden op de examens omdat daarvoor maar weinig kennis over wespen nodig bleek te zijn. De nadruk van de leerstof lag met name op kennis over muizen, ratten, bedwantsen, vlooien en kakkerlakken. De meesten leren het verdelgen van wespen in de praktijk van meer ervaren collega’s. Dit verklaart ook hoe het komt dat verdelgers die op TV of voor de krant geïnterviewd worden soms de meest bizarre en onjuiste beweringen doen over wespen.
Tenslotte zal met dit certificaat op zak een bedrijfje worden opgericht dat zich volledig richt op het oplossen van problemen met wespen, hommels en honingbijen volgens de methoden van de Wespenstichting. Dit bedrijfje (Ecowesp) zal daarmee een volwaardige concurrent worden van reguliere plaagdierbeheersers die nog volgens de oude methoden te werk gaan.
Dus, in plaats van geduldig af te wachten totdat deze branche vanzelf verandert of dat de IPM-werkwijze verplicht wordt voor de wespenbestrijding, nemen wij nu zelf het initiatief. We hopen dat Ecowesp een succes wordt zodat andere bedrijven gemotiveerd raken om onze natuur- en diervriendelijke werkwijzen over te nemen.
Overigens, halverwege de opleiding ontstond een hilarisch moment toen tijdens de lesdag over wespen en andere irriterende insecten het belang van een goede determinatie werd geïllustreerd met een video waarin iemand dit had nagelaten. Daarvoor had de docent een nieuwsitem van RTV Oost uitgekozen waarin een plaagdierbestrijder uit Enschede een vermeende kolonie Franse veldwespen verdelgde met een biocide.
Maar hij had niet goed gekeken en achteraf bleken het dan ook helemaal geen veldwespen te zijn geweest maar honingbijen! Hij had dus op de regionale televisie een wettelijke overtreding begaan. De boodschap van het filmpje was helder: zo moet het dus niet!! Stel altijd eerst vast om welke diersoort het precies gaat.
Het mooie was dat degene die in het filmpje kwam vertellen dat deze bestrijder een grote fout had gemaakt op dat moment zelf in de zaal zat! Dat was natuurlijk die pedante wijsneus die altijd vooraan zit en het altijd over wespen heeft…
De Wespenkrant voorziet in een onmisbare voorlichting over wespen in ons land bestrijdt angsten en vooroordelen over deze nuttige insecten.